Mat '36 tot Mat '46
Levensloop: In de jaren 30 kwam er voor het eerst een treinstel in dienst van NS. Nieuw was dat, behalve aan de voorkant van de treinstellen, de tussenrijtuigen op daartussen
geplaatste draaistellen rusten, de zogenoemde jacobsoplegging, wat de serie een slechte loop bezorgde. Het materieel 36 kreeg een gestroomlijnde vorm, die afgeleid
was van de drie-delige dieselstellen DE-3, een voordeel van die vorm was een geringere luchtweerstand en dus een lager stroomverbruik.
Van het materieel 36 werd een eerste serie van 8 tweewagenstellen gebouwd, in 1937 en 1938 werden er nog 53 tweewagenstellen gebouwd. Tijdens de oorlog
werden er nog eens 29 driewagenstellen gebouwd, aan het ontwerp was een tussenrijtuig toegevoegd. Na de oorlog zijn er nog eens 13 tweewagenstellen van een
tussenrijtuig voorzien.
Na het materieel 36 onstond het materieel 40, waarvan er 15 tweewagenstellen en 25 vijfwagenstellen werden gebouwd, van 1948 tot 1952 werden er 79
tweewagenstellen en 65 vierwagenstellen gebouwd, het materieel 46.
Het materieel werd eind jaren 30 geleverd in olijfgroen met rode band op de neus, later werd er een lichtere kleur groen uitgebracht met een
gele snor. In de jaren 70 hebben enkele stellen zelfs nog de NS huisstijl, geel met blauwe banen, gekregen. Het materieel heeft dienst gedaan tot eind
van de jaren 60, daarna is het gesloopt. Treinstel 252 en 273 zijn bewaard en behoren respectievelijk toe aan de Stibans en het Spoorwegmuseum te Utrecht.